Wederom dreigt een grote achterstand bij de huisvesting van asielzoekers die in Nederland mogen blijven. Gemeenten moeten dit najaar 27.300 statushouders huisvesten, bovenop de 5000 plekken die niet zijn gelukt in de eerste helft van 2023.
Niet haalbaar
Om nog aan de opgave voor dit jaar te voldoen, moeten gemeenten de rest van het jaar elke maand zo’n 6000 woningen reserveren voor statushouders. Dat is naar alle waarschijnlijkheid niet haalbaar. In juli werden ongeveer 2500 statushouders aan een woning geholpen door gemeenten.
Daardoor moeten statushouders langer in de opvang blijven dan de veertien weken waarbinnen ze eigenlijk een woning dienen te krijgen; daar houden ze bedden bezet voor mensen die nog in de asielprocedure zitten.
Doorstroomlocaties
De overheid zet nu in op grote doorstroomlocaties met 500 tot 1500 plekken als oplossing. Die moeten in iedere provincie komen, de eerste ligt nu in de haven van Rotterdam. Zo’n 1500 statushouders kunnen tot anderhalf jaar terecht op een cruiseschip dat eerder in de haven van Velsen lag. Deskundigen noemen dit in de praktijk geen oplossing.
Weerstand
Er is veel weerstand tegen deze noodoplossing. Onder andere omdat statushouders minder rechten en voorzieningen hebben dan mensen die direct uit de opvang kunnen verhuizen naar een woning. Die krijgen namelijk een bijstandsuitkering, zorgtoeslag en kunnen een lening aanvragen voor de inrichting van hun huis. Daarnaast krijgen ze taallessen, begeleiding en uitleg over hoe je je weg kan vinden in het openbaar vervoer, de bibliotheek of waar je je kan inschrijven bij een huisarts.
Statushouders in een doorstroomlocatie krijgen wel taallessen maar moeten het doen met 14 euro zakgeld per week voor bijvoorbeeld wc-artikelen of ondergoed. Ze eten in de kantine, mogen geen eten op hun kamer bewaren en hebben eigenlijk geen geld voor het openbaar vervoer, legt locatiemanager Kerstin Hes van Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) uit. Ter vergelijking: in een gewoon azc krijgt een alleenstaande bewoner 52 tot 70 euro leefgeld per week (zak- en eetgeld), afhankelijk van het aantal maaltijden dat ze zelf moeten verzorgen.
Integreren
“Een doorstroomlocatie is geen oplossing voor het huisvestingsprobleem van statushouders,” zegt Planbureau voor de Leefomgeving-onderzoeker Jolien Groot. “Zo’n grootschalige accommodatie als een boot voor statushouders op een industrieterrein is natuurlijk niet ideaal als mensen onderdeel moeten worden van de maatschappij. Ze moeten naar school of werken en connecties vormen met de Nederlandse maatschappij. Die maak je wel makkelijker in een buurt met ook Nederlandse buren. Je ziet wel dat de motivatie om te integreren afneemt als mensen lang in een onzekere woonsituatie verblijven.”
Vluchtelingenwerk is het daarmee eens. “Statushouders die een woning toegewezen krijgen in een gemeente kunnen starten met hun integratie, met het zoeken naar werk bijvoorbeeld. Van bewoners van doorstroomlocaties is niet zeker of zij in de gemeente van de locatie worden geplaatst of in de buurt.” En zegt begeleider Hes: “Het verblijf op de doorstroomlocatie betekent opnieuw een periode van wachten en onzekerheid, en geen huis.”
Flexwoningen
De uitbreiding van de reguliere huisvesting zou prioriteit moeten hebben, volgens onderzoeker Groot van het Planbureau. “Een boot biedt minder privacy en is bovendien niet gebouwd om permanent in te wonen.”
“We moeten nu als een gek beginnen met het bouwen van die flexwoningen,” beaamt hoogleraar Boelens. Er liggen nog 1900 flexwoningen die het Rijk heeft besteld te wachten in de opslag omdat gemeenten daar geen locaties voor aanleveren. Het zijn alsmaar gemeentes die de zaak traineren.”
“Gemeenten stellen eisen aan bijvoorbeeld afmetingen of stapelbaarheid,” legt Groot uit. “Of het ontbreken van draagvlak in de buurt leidt tot rechtszaken. ”
Het ministerie van Justitie laat in een reactie weten niet verantwoordelijk te zijn voor huisvesting en integratie van statushouders, dat doen gemeenten. “Ons belang is om meer ruimte te creëren in de opvang. Het is een tussenstap op weg naar definitieve huisvesting.”
Bron: NOS.nl